WISkunst: Spiegels speuren

De leraar legt verschillende prenten van kunstenaars, kunstvoorwerpen, musea, foto's op een tafel.  De leerlingen zoeken in groepjes van drie uit wat de link is tussen al deze foto's. Hieronder enkele voorbeelden.  Uiteraard zijn alle prenten van kunstenaars met spiegels en weerkaatsing oké.  TIP: Er zit één schilderij tussen dat een zelfportret is van Vincent van Gogh.

• Spiegels
• Weerspiegeling
• Weerkaatsing
• Vervormingen

Spiegel-beelden zoeken

De leerlingen gaan in groepjes van drie op zoek naar spiegelingen/weerspiegelingen in de school of schoolomgeving. (Spiegels, vergrootglas, vitrines, gebouwen, rivier, plassen, zee...) Ze krijgen per groepje een tablet of fototoestel mee. Ze nemen foto's van de spiegelingen of weerkaatsingen en houden rekening met volgende criteria waaraan de foto's moeten voldoen:

• De spiegeling of weerkaatsing is duidelijk te zien op de foto
• Minstens vijf verschillende foto's (dus niet allemaal spiegels)
• Foto's kunnen dienen voor een beeldverhaal (dus duidelijk zijn)
• Bij de foto moet een korte boodschap te vertellen zijn

Tip: Je kan dit in de school zelf doen maar je kan deze opdracht ook geven bij het vertrek van een leerwandeling om op zoek te gaan naar weerspiegelingen in de omgeving.

Beeldverhaal maken

De leerlingen maken per groep een beeldverhaal om hun gemaakte foto's voor te stellen. Dit kunnen ze doen op verschillende manieren.

• Leerlingen zijn nog niet vertrouwd met het maken van een digitale presentatie:
  • De leerlingen kiezen max vijf foto's en drukken deze af. (dit moet niet in kleur)
  • Bij elke foto schrijven ze een korte tekst in een woordwolkje (zoals een stripverhaal)
  • Op één foto mogen maximum twee woordwolken staan (als dialoog)
  • Leerlingen stellen hun verhaal voor aan de klas (hierbij moet elke leerling spreekkansen krijgen)
• Leerlingen zijn al vertrouwd met het maken van een digitale presentatie (powerpoint, keynote, prezi, sway...)
  • De leerlingen selecteren minimum vijf duidelijke foto's en plaatsen deze in de presentatie
  • Bij elke foto schrijven ze een korte tekst in een woordwolkje (of op een andere manier)
  • Op één foto mogen maximum twee woordwolken staan (als dialoog)
  • De leerlingen presenteren hun verhaal aan de hand van hun presentatie (hierbij moet elke leerling spreekkansen krijgen)

De leerlingen zelf evalueren de medeleerlingen aan de hand van een opgestelde kijkwijzer.  Volgende beoordelingscriteria staan op de kijkwijzer. Tip: Je kan de kijkwijzers ook samen met de klas opstellen.

• Zijn de foto's duidelijk, is de weerkaatsing of spiegeling goed te zien?
• Past het tekstje bij de foto, zijn de woorden goed gekozen?
• Hebben al de kinderen van de groep actief deelgenomen aan de presentatie?
• Zijn het minstens vijf verschillende foto's?
• Waren al de kinderen duidelijk te verstaan?

De leerlingen ontdekken hoe ze op eenvoudige wijze beelden kunnen veranderen/bewerken.  Door een rond glas met water voor een voorwerp te zetten krijg je speciale effecten.  Kijk maar naar onderstaande afbeeldingen.

Laat de leerlingen op zoek gaan naar leuke effecten.  De leerlingen nemen een of meerdere foto's van hun compositie.  Samen met de klas kan je dan een heuse tentoonstelling organiseren.

WEETJE: Dit is een van de redenen dat je een goudvis niet in een ronde kom mag houden.  De vissen worden knettergek doordat ze door de weerspiegeling steeds dingen zien die er niet zijn.